Laat je puppy eerst hond worden.
[ 20-01-2023 ]Waarom je een jaartje geduld moet hebben voor je met je pup aan de slag kunt
Als je een pup hebt of verwacht, heb je vast al gemijmerd over alle leuke dingen die je samen kunt doen. Veel baasjes kijken ernaar uit om het puppygeluk te kunnen delen met anderen. Droom jij er ook van om je hond te kunnen meenemen naar een woonzorg- of therapeutisch centrum, of naar je klas? En kun je letterlijk bijna niet wachten? Bij AAP vzw kunnen AAI-teams pas starten als de hond minstens 1 jaar oud is. We vertellen je graag waarom.
Ontdekken wat leuk is
We vinden het belangrijk dat je hond echt geniet van het contact met mensen op de werkvloer. Heb je een hond die graag bij iedereen eens wil langsgaan voor een knuffelmomentje? Super, dat zien we graag in een AAI-hond! Komt jouw hond het liefste alleen bij jou en je huisgenoten flodderen? Dan doe je hem misschien geen plezier met allemaal vreemde handen die hem willen aaien.
Een puppy is echter volop in ontwikkeling en moet nog ontdekken waar zijn staartje van begint te kwispelen. Net als bij mensen is dit een samenspel van persoonlijkheid en ervaringen, vertelt Eva Lambrecht, psychotherapeute en diergedragsdeskundige bij Sirius Therapie. Het is dus wat voorbarig om nu al te beslissen wat je pup later gaat doen. Veel fijner is het om je hond te laten uitgroeien tot een evenwichtig en veerkrachtig individu en een activiteit te zoeken die jullie beiden leuk vinden en die aansluit bij zijn talenten.
Ook de internationale koepelorganisatie voor Animal Assisted Interactions IAHAIO deelt deze visie. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat je een hond niet kan ‘kneden’ naar het werk, maar dat je beter het soort werk aanpast aan de talenten en voorkeuren van je hond. Zo kan je hond echt schitteren in zijn job.
Nooit te oud om te leren (maar soms wel te jong)
Het idee leeft nog steeds dat je een pup in de socialisatieperiode tussen de 7 en 12 weken aan zo veel mogelijk prikkels moet blootstellen. Toch moet je dat nuanceren, vertelt Joni Delanoeije, hondengedragsdeskundige en onderzoeker aan de KU Leuven. We weten dat pups op die leeftijd inderdaad een ‘open venster’ hebben om te leren over de omgeving waarin ze terechtkomen en om indrukken op te doen over het leven zoals het is. Zo is het belangrijk als een pup die zijn leven in een stadsomgeving zal doorbrengen tijdens die periode in contact komt met geluiden en stimuli die er leven in de stad; en vice versa voor een plattelandshondje. Maar de socialisatieperiode loopt ook daarna nog door, tot aan de puberteit en zelfs later. Je hond is dus nooit uitgeleerd, en het is vooral belangrijk om je hond niet aan té veel prikkels bloot te stellen als hij nog maar piepjong is.
Tijdens die socialisatieperiode is het belangrijk dat een hond vooral veel korte, positieve ervaringen opdoet met nieuwe prikkels, en dat er voldoende rustmomenten zijn om die leerervaringen te verwerken.
Wanneer jonge honden worden blootgesteld aan veel nieuwe prikkels en onvoldoende tijd hebben om alles te laten bezinken, dan spreken we van oversocialisatie. Je hond leert niet om om te gaan met de situatie, maar leert om alles maar over zich heen te laten komen. Het kan dan op het eerste zicht lijken alsof je pup alles prima vindt, maar eigenlijk worden zijn mentale en sociale vaardigheden overvraagd. Eva vergelijkt het met een kleuter op de universiteit: puppy’s zijn qua ontwikkeling nog niet klaar voor een omgeving met zo veel
prikkels. Het stress-systeem wordt overbelast en kan zelfs beschadigd raken, waardoor een hond zijn stress niet goed meer zelf kan reguleren of er risico bestaat op oversprongeffecten, waarbij de hond de spanning op een andere (en soms minder gepaste) manier kwijt probeert te geraken.
Tijdens de socialisatie geldt dus de regel: “hoe minder negatieve ervaringen, hoe beter de positieve worden opgeslagen”. Joni raadt daarom aan om prikkels 1 voor 1 aan te bieden, zodat je pup eerst aan elke prikkel apart went. Wanneer hij volwassen is, kun je langzaam beginnen opbouwen en de situaties uitdagender maken. Zo bouw je de fundamenten voor een stabiele en veerkrachtige hond. Daarboven is het belangrijk om weten dat je je hond niet aan álle mogelijke dingen hoeft te laten wennen: wanneer je hond een goede basis heeft gekregen, met af en toe nieuwigheden en voldoende rust tijdens zijn socialisatieperiode, zal hij zich op volwassen leeftijd ook kunnen aanpassen aan voor hem nieuwe situaties.
Deze veerkracht kan je viervoeter goed gebruiken op de werkvloer. In een woonzorgcentrum, therapeutisch centrum of school zijn er veel geluiden en geuren die anders zijn dan thuis. Denk maar aan de schoolbel, de servieskar die voorbijkomt, iemand die emotioneel wordt, etensgeurtjes in de refter,…
Het is dan fijn als je hond zich niet uit het lood laat slaan. Of wanneer hij toch eens schrikt, het letterlijk van zich af schudt en dan vrolijk weer verder gaat.
Teamwork takes time
Als eigenaar speel je een grote rol in het welzijn van je hond tijdens zijn werk. Honden zitten beter in hun vel als ze tijdens spannende of uitdagende situaties op hun baasje kunnen bouwen. Ook herstellen en slapen ze beter wanneer ze een goede band hebben met hun baasje.
Met een pup is jullie band nog in volle ontwikkeling, en misschien begrijp je elkaar nog niet altijd even goed. Geef jezelf en je hond dus de tijd om elkaar te leren kennen, elkaars taal te leren, en te groeien als team. Jullie band en de manier waarop jij inspeelt op de noden van je viervoeter bepaalt mee hoe graag je hond gaat werken.
In de wetenschap en in ’t echt
Ook in de praktijk ziet Joni dat honden die het best gedijen in een klas of centrum juist dié honden zijn die tijdens hun eerste levensjaar vooral de kans hebben gekregen zichzelf te kunnen ontwikkelen, positieve en korte ervaringen hebben opgedaan met allerlei prikkels en daardoor een emotionele stabiliteit en veerkracht hebben kunnen ontwikkelen. Ook de onschatbare rol van de eigenaar komt hier duidelijk naar voor: de gelukkigste AAI-honden hebben baasjes die reageren op hun signalen en hen steunen in moeilijke situaties.
Jij en je pup
Wil je je ukkepup een goede start geven voor jullie AAI-avontuur? Dan laat je hem dus best tijdens zijn eerste levensjaar op het gemakje de wereld verkennen. Zorg bij vermoeiende prikkels voor korte momentjes en veel rust achteraf, zodat je hond alles kan laten bezinken en leert om op een goede manier met zulke nieuwe prikkels om te gaan. Werk aan jullie band en leer je nieuwe huisgenootje lezen, zodat je zijn signalen ziet en begrijpt. Reageer ook als je hond je hulp vraagt of nodig heeft. Als deze basis goed zit, dan komt de rest later wel!
Is je hond al 1 jaar oud, en zou die het liefst een hele dag knuffelen met iedereen die hij tegenkomt? Dan is de opleiding tot AAI-team misschien wel iets voor jullie!
Heb je nog vragen? Contacteer ons dan gerust via mail of telefoon (03 887 72 21)!
Met dank aan de waardevolle inbreng van Joni Delanoeije en Eva Lambrecht.